Capoeira, beschreven als een Braziliaanse vechtkunst, klinkt nogal strijdlustig en in zekere zin is dat ook terecht, maar er zijn veel variaties op en in feite kan het worden vergeleken met een vorm van dans, overladen met muziek en zang. Hoe kan vechten een vorm van kunst en spirituele expressie worden? Dit kun je allemaal te weten komen in ons artikel!
Capoeira – wat is het en waar komt het vandaan?
Capoeira is een duel tussen vechters, die we capoeiristas noemen. In tegenstelling tot veel andere vechtsporten gaat het er niet om een klap uit te delen aan een tegenstander. De juiste strategie en sluwheid spelen hier een sleutelrol, met als doel de tegenstander uit balans te brengen om hem te ondermijnen. Capoeira trainen gaat als volgt: De deelnemers verzamelen zich in een cirkel die een “roda” wordt genoemd, zingen, dansen en slaan het ritme eruit. Een zeer belangrijke rol wordt hierbij gespeeld door de “bateria”, wat de term is voor het orkest dat in de cirkel speelt. Het gevecht zelf heet “jogo”. – en het draait allemaal om het ontwijken van stoten en de trappen zelf worden ingehouden. Waar komt Capoeira vandaan? Het is een krijgskunst die zijn oorsprong vindt in Brazilië en werd ontwikkeld onder slaven die tussen de 16e en 19e eeuw uit Afrika werden overgebracht. Het was een kans voor hen om hun culturele tradities te behouden en om verenigd en sterk te blijven tegen de Portugezen. Daarom zijn veel van de posities van capoeira afgeleid van de rituele dansen van Afrikaanse stammen.
Capoeira als krijgskunst
De afschaffing van de slavernij in 1888 bracht voormalige slaven naar de rand van de samenleving in Brazilië. Het was toen dat de naam ‘capoeira’ werd gebruikt, wat avonturier of slachter betekent. De huidige vorm van capoeira werd gecreëerd door Mestre Bimba (1900-1974), die de krijgskunst bekend maakte. Hij combineerde de traditionele principes van de krijgskunst, de vorige vorm van capoeira en de oude Braziliaanse krijgskunst bauque. Naar zijn mening selecteerde hij de belangrijkste, d.w.z. nuttigste technieken en voegde er nieuwe slagen aan toe. Dankzij hem werd capoeira meer strijdlustig, bovendien voegde hij ook liedjes toe over de geschiedenis van het vechten en het bespelen van instrumenten. Naast zijn kennis van de lesmethode van capoeira, voegde Mestre ook moderne kennis van de sport toe – hij was ook een voorstander van continu onderwijzen en ontwikkelen. Vandaag is capoeira de nationale sport in Brazilië en is het populair over de hele wereld. Masters reizen naar verschillende landen tijdens hun reizen en presenteren de principes en technieken van deze buitengewone krijgskunst.
Capoeira – verschillende vechtstijlen
Op dit moment kunnen we vele soorten capoeira onderscheiden, maar de meest populaire zijn:
- capoeira regional – gecreëerd door Mestre Bimba, het is snel en dynamisch, praktisch om te gebruiken in het gevecht zelf, en zeer spectaculair.
- capoeira angola – dit is een meer traditionele vorm, daarom zijn er minder elementen die kenmerkend zijn voor vechten en meer dans, spel, samenwerking – het werd gecreëerd in de 20e eeuw door Mestre Pastinha (1889-1981)
- capoeira moderna – moderne capoeira, die regionale en angolese stijlen combineert en verschillende trainingstechnieken gebruikt.
- capoeira carioca – hier werden muziek en zang achterwege gelaten en lag de focus op efficiëntie en brutaliteit. Trappen waren gericht op de knieën en de romp, en stoten met de handen in het gezicht – inclusief de ogen – werden geïntroduceerd. Het is een vorm die werd gebruikt door bendes, dus het was niet erg populair.
Capoeira – batizado, roda en training
De capoeira training zelf begint met een warming-up, die ongeveer 30 minuten moet duren. Het bestaat uit eenvoudige krachtoefeningen om de gewrichten en spieren te laten werken. Dan is er een korte pauze tot de eigenlijke training begint, waar het aanleren van technieken begint. Na de eerder genoemde oefeningen volgt de roda-fase. De deelnemers zingen en spelen in een cirkel (vaak liedjes gezongen in het Portugees) en de deelnemers presenteren, in paren, wat ze geleerd hebben binnen de cirkel.
De ontwikkeling in capoeira begint met een ceremonie die ‘batizado’ heet. Deelnemers krijgen een touw, een ‘corda’ genoemd, en gaan een duel aan met hun leraar. Ze krijgen ook de bijnaam ‘apelido’. Als de studenten slagen voor het examen, vindt er een zogenaamde troca de cordas, of koordwisseling, plaats. Als ze niveau 1 hebben gehaald, ontvangen ze een koord dat de vooruitgang die ze hebben geboekt symboliseert en waarmee ze naar de volgende fase van de training kunnen gaan. Capoeira bestaat uit 6 niveaus voor studenten, 9 voor instructeurs en 5 voor kinderen.
Capoeira voor beginners
Hoe ziet de eerste capoeira training eruit? Deelnemers leren over de geschiedenis van capoeira zelf, maar ze leren vooral beweging, namelijk de ginga techniek, waaruit verschillende stoten en stunts worden afgeleid. De basis zijn: de ster (au) en het staan op handen (bananeira). Daarna leren ze basisstoten: uitgevoerd met de hand (escalada), benen (martelo), knie (joelhada) en elleboog (cotovelada). Techniek en posities zijn de prioriteit om over te gaan naar de eigenlijke training. In capoeira zijn techniek, dynamiek, vloeiendheid, veeg- en draaibewegingen, zelfverdediging en ontwijken belangrijk. Er zijn ook lessen voor kinderen – deze worden spelenderwijs gegeven en ontwikkelen het lichaam op de juiste manier, waarbij ook teamwork wordt aangeleerd.
Capoeira is een sport voor zowel mannen als vrouwen en kinderen. Het is uitstekend voor het verbeteren van de conditie en tegelijkertijd het bewustzijn van je bewegingen en vaardigheden. Dankzij het vermogen om het gevecht strategisch waar te nemen, onderscheidt het zich door een grote focus en oplettendheid. Tijdens capoeiraworkshops kunnen deelnemers de ware geest van de Braziliaanse vechtkunst voelen – dankzij de levendige muziek en dansen die een essentieel onderdeel van de lessen vormen.