Boksen is een populaire vechtsport die zich al meer dan twee eeuwen ontwikkelt. De geschiedenis is rijk en zit vol interessante feiten. Vandaag de dag wordt boksen gezien als een van de meest spectaculaire en spannende sporten. Bekijk wat je moet weten over boksen
De geschiedenis van boksen
De geschiedenis van boksen heeft lange en rijke wortels die duizenden jaren teruggaan. Boksen, als een vorm van handgevechten, bestond al in de oudheid en is door de eeuwen heen geëvolueerd. Hier volgt een korte geschiedenis van het boksen, van de oorsprong tot nu:
- Oudheid: handgevechten kwamen voor in veel oude beschavingen zoals Egypte, Griekenland en Rome. In het oude Egypte zijn reliëfs gevonden met vuistgevechten en in Griekenland was boksen een van de Olympische disciplines. Gevechten werden zonder handschoenen uitgevoerd en de deelnemers probeerden hun tegenstanders te verslaan door met hun vuisten te slaan.
- Ontwikkeling in Engeland: boksen, in een meer georganiseerde vorm, ontwikkelde zich in Engeland in de 17e eeuw. In deze periode werden de eerste regels en voorschriften voor gevechten opgesteld. Tegen de 18e eeuw was boksen een populaire vorm van vermaak geworden en werden gevechten georganiseerd in zogenaamde ringen.
- Regels van de Markies van Queensberry: In 1867 werden regels ingevoerd die bekend stonden als de Marquess of Queensberry Rules om de veiligheid van vechters te vergroten en het boksen competitiever te maken. Deze regels introduceerden onder andere het gebruik van bokshandschoenen, het beperken van rondes tot drie minuten en het introduceren van pauzes tussen rondes.
- Professioneel boksen: Met de ontwikkeling van het boksen als sport, werd ook de professionele vorm van de sport opgericht. Professionele gevechten groeiden in populariteit en boksers begonnen te strijden om kampioenstitels in verschillende gewichtsklassen.
- Hedendaags: Boksen is nu een van de populairste sporten ter wereld. Er zijn een aantal boksorganisaties, zoals de World Boxing Association (WBA), de World Boxing Council (WBC) en de International Boxing Federation (IBF), die toezicht houden op gevechten en kampioenschappen uitreiken in verschillende gewichtscategorieën. Het moderne boksen wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan vechtstijlen en strategieën, waarbij vechters bekendheid en roem verwerven door hun prestaties in de ring.
De geschiedenis van het boksen zit vol fascinerende personages, legendarische gevechten en evoluties in zowel de technieken als de regels van de sport. Boksen is niet alleen een vechtsport, maar vereist ook discipline, fysieke training en tactische vaardigheden van de vechters.
Boksstoten en verdedigingstechnieken
Boksen is een vechtsport die zich richt op effectieve stoten en verdedigingstechnieken. Zowel boksstoten als verdedigingsvaardigheden zijn cruciaal voor succes in de ring. Hier zijn enkele basis stoten en verdedigingstechnieken in boksen:
Boksstoten:
- JAB: De Jab is de basisstoot bij boksen. De stoot bestaat uit het uitstrekken van de voorste hand (meestal de linkerhand voor rechtshandigen) naar de tegenstander. Het is een snelle stoot om de tegenstander aan te vallen en afstand te meten.
- KRUIS: De cross is een krachtige stoot uitgevoerd met de achterhand (meestal de rechterhand voor rechtshandigen). De heup wordt gedraaid en de spieren worden aangespannen om de kracht van de stoot te genereren. Het is een slag recht naar de tegenstander, ontworpen om grote schade toe te brengen.
- HOEK: De Hook is een draaiende stoot waarbij de hand een boogbeweging maakt. Het kan worden uitgevoerd met de voor- of achterhand. De Hook is ontworpen om de tegenstander van opzij te raken, met de nadruk op de kaak of de slaap.
- UPPERCUT: De Uppercut is een opgaande stoot, uitgevoerd van beneden naar boven. Hij wordt van dichtbij uitgevoerd met de ellebooggebogen hand. De uppercut is gericht op de buik of kin van de tegenstander.
Verdedigende technieken:
- HEAD IN MOVEMENT: Een techniek waarbij stoten worden ontweken door het hoofd in verschillende richtingen te bewegen. Een bokser die stoten probeert te ontwijken maakt schuine en zijwaartse hoofdbewegingen, waardoor het voor de tegenstander moeilijk wordt om te richten.
- BLOKKEN: Blokkeren is een verdedigingstechniek waarbij een stoot met de hand of arm wordt tegengehouden. Er zijn vele soorten blokken, zoals het rechte blok, schuine blok of obstructieblok.
- ONTWIJKEN: Ontwijken is een belangrijke verdedigingstechniek in het boksen. Het kan gaan om terugspringen, buigen, het lichaam kantelen of snel opzij bewegen om de stoten van een tegenstander te ontwijken.
- KLINCH: Een clinch is een techniek waarbij je een tegenstander omarmt met je armen, waardoor je hem beperkt in zijn mogelijkheden om klappen uit te delen. De clinch kan worden gebruikt als een verdedigende tactiek of om het gevecht te resetten.
Het vermogen om boksstoten en verdedigingstechnieken te gebruiken vereist oefening, coördinatie, behendigheid en het vermogen om de bewegingen van een tegenstander te lezen. In de bokstraining wordt sterk de nadruk gelegd op het aanscherpen van zowel aanvals- als verdedigingsvaardigheden, zodat de bokser een complete vechter in de ring wordt.
Bokstraining en trainingshulpmiddelen
Bokstraining is intensief en vereist een grote verscheidenheid aan technieken en trainingshulpmiddelen om de boksvaardigheden en -fitheid te verbeteren. Hier zijn enkele voorbeelden van trainingshulpmiddelen die vaak worden gebruikt bij bokstraining:
- Bokshandschoenen: Bokshandschoenen zijn een integraal onderdeel van de training. Ze bieden bescherming voor je handen en polsen en stellen je in staat om stoten uit te voeren op bokszakken en met z’n tweeën als je gaat boksen.
- Trainingszakken: Trainingszakken, zoals bokszakken en drukzakken, worden gebruikt om de stoottechniek, precisie en kracht te verbeteren. Door op de bokszakken te werken, kan de bokser verschillende combinaties van stoten oefenen en de dynamiek van de bewegingen perfectioneren.
- Overslaan: overslaan is een effectief middel om snelheid, behendigheid, coördinatie en uithoudingsvermogen te verbeteren. Touwtje springen is een populaire oefening bij het boksen die de conditie verbetert en helpt bij de warming-up voor de training.
- Autoband: Een autoband, opgehangen aan een touw, kan worden gebruikt als een stoottraining om stootkracht en uithoudingsvermogen te ontwikkelen. Het slaan op de autoband vereist precisie en beheersing van de techniek.
- Handgrepen en optrekstangen: Krachttraining voor het bovenlichaam is belangrijk bij boksen, dus handgrepen en optrekstangen worden vaak gebruikt bij bokstraining. Ze helpen bij het ontwikkelen van arm-, rug- en borstkracht.
- Speedball: een speedball is een kleine bal die aan een elastisch koord is bevestigd. Speedball-training helpt om snelheid, coördinatie en reactievermogen te verbeteren. De bokser moet het ritme en de precisie van zijn of haar slagen behouden terwijl de bal van een speciaal gevormd platform stuitert.
- Mannequinstandaard: De mannequinstandaard, ook bekend als een boksdummy, maakt stoottraining mogelijk om de stoottechniek, precisie en kracht te verbeteren. De boksdummy is uitgerust met een soepel terugslagmechanisme dat een terugslag na een slag simuleert.
- Focuspads (trainingsschijven): Focuspads zijn speciale trainingsschijven die de trainer op zijn handen houdt. De bokser voert er verschillende combinaties van stoten op uit om de precisie, snelheid en reactie te verbeteren.
Bokstraining omvat ook veel andere elementen, zoals ringwerk, sparren, krachttraining, conditietraining en verdedigingstechnieken. Het is belangrijk dat de training goed wordt begeleid door een ervaren trainer, zodat deze is afgestemd op het niveau en de doelen van de bokser.
Gewichtscategorieën in boksen
In het boksen is er een hiërarchisch systeem van gewichtscategorieën om de competitie tussen vechters met hetzelfde gewicht in balans te brengen. Gewichtscategorieën in het boksen verschillen van organisatie tot organisatie, maar een paar hoofdcategorieën worden algemeen geaccepteerd. Hier zijn de meest voorkomende gewichtscategorieën in het professionele boksen:
- Spiergewicht (Strawweight): Tot 105 pond (47,6 kg)
- Vlieggewicht (Fly): Boven 105 pond tot 108 pond (47,6 kg – 49 kg)
- Bantamgewicht (Bantamweight): Boven 108 pond tot 118 pond (49 kg – 53,5 kg)
- Vedergewicht (Featherweight): Boven 118 pond tot 126 pond (53,5 kg – 57,2 kg)
- Junior lichtgewicht of super vedergewicht: Boven 126 pond tot 130 pond (57,2 kg – 59 kg)
- Lichtgewicht (Lightweight): Boven 130 pond tot 135 pond (59 kg – 61,2 kg)
- Junior weltergewicht of super lichtgewicht: Boven 135 pond tot 140 pond (61,2 kg – 63,5 kg)
- Semi-middelgewicht (Weltergewicht): Boven 140 pond tot 147 pond (63,5 kg – 66,7 kg)
- Junior middengewicht of super weltergewicht: Boven 147 pond tot 154 pond (66,7 kg – 69,9 kg)
- Middengewicht (Middleweight): Boven 154 pond tot 160 pond (69,9 kg – 72,6 kg)
- Super Middengewicht (Super Middleweight): Boven 160 pond tot 168 pond (72,6 kg – 76,2 kg)
- Licht Zwaargewicht (Light Heavyweight): Boven 168 pond tot 175 pond (76,2 kg – 79,4 kg)
- Zwaargewicht (Heavyweight): Boven 175 pond (79,4 kg)
Het is de moeite waard om op te merken dat sommige organisaties iets andere gewichtsbereiken kunnen hebben voor elke categorie. Daarnaast zijn er ook verschillende gewichtscategorieën in het amateurboksen, zoals bij de Olympische Spelen, die kunnen verschillen van die in het professionele boksen.
Gevechtsregels bij boksen
Een boksgevecht vindt plaats in een ring en bestaat uit een vast aantal ronden. Bij professioneel boksen zijn dat meestal 10-12 ronden, terwijl bij amateurboksen de lengte van de ronden kan variëren. Elke ronde duurt meestal 3 minuten, met een pauze van 1 minuut tussen de rondes.
Tijdens het gevecht scoren juryleden stoten, techniek en ringcontrole. Het meest gebruikte scoresysteem is het 10-puntensysteem, waarbij de vechter die de ronde wint 10 punten krijgt en de verliezer minder punten.
Deelnemers mogen alleen slagen uitdelen met hun vuisten, gericht op het lichaam, hoofd, schouders en armen van de tegenstander. Hoofdklappen, ellebogen, knieën, trappen en grepen zijn niet toegestaan.
Als een deelnemer hard wordt geraakt en niet in staat is om verder te vechten, mag de scheidsrechter een pauze inlassen om te tellen. De vechter heeft 10 seconden om op te staan en klaar te zijn om verder te vechten. Als de vechter niet in staat is om verder te vechten, mag de scheidsrechter het gevecht stoppen.
Deelnemers moeten passende bescherming dragen zoals gebitsbeschermers, kruisbeschermers, handverbanden en bokshandschoenen om bescherming te bieden tegen blessures.
De vechter wint het gevecht op basis van de scores van de juryleden. De winnaar wordt bepaald door een meerderheid van de juryleden nadat rekening is gehouden met de scores van elke ronde. Als de vechters hetzelfde aantal punten hebben gescoord, kan het gevecht eindigen in een gelijkspel.
Samengevat omvatten de regels van een boksgevecht het tellen van punten, toegestane technieken, pauzes voor het tellen, bescherming van de vechters en de beslissing van de jury over de winnaar.